Op veel plekken in Almere laten we het gras langer groeien. Op deze plekken zie je daardoor vaker madeliefjes, paardenbloemen, klavers en andere bloemen en kruiden. Planten die ook wel ‘onkruid’ worden genoemd, maar die erg belangrijk zijn als voedsel en schuilplek voor insecten en andere kleine dieren.
Of we plantjes weghalen die tussen stoeptegels of in perken groeien, hangt af van het beheerniveau van dat deel van de stad. Het beheerniveau bepaalt of het resultaat van het onderhoud heel netjes moet zijn of dat het wat rommeliger mag. In de centrumgebieden is het niveau meestal A (netjes). Daar halen we deze plantjes weg. In woonwijken is het meestal B (basis) of C (beetje rommelig).
In Almere gebruiken we al sinds 1990 geen chemische stoffen meer. Ongewenste plantjes op wegen en paden halen we weg met stalen borstels of hitte. In perken schoffelen we. Soms groeien planten door warm en nat weer heel snel en valt het niet mee om niveau B te halen. Ook kan het voorkomen dat we het ene vak wel schoffelen en het volgende nog niet. Dit plantvak zijn we dan niet vergeten, maar komt op een later tijdstip weer aan de beurt. We vragen inwoners om zelf de stoep voor hun woning en de achterpaden te onderhouden.