Direct naar paginainhoud

Houtrook overlast

Een openhaard of kachel brengt warmte en sfeer in huis. Ook een vuurkorf of barbecue buiten geeft vaak gezelligheid. Maar het stoken van hout, zowel binnen als buiten, kan ook voor overlast zorgen. Bij hout stoken komen schadelijke stoffen vrij. Mensen met een luchtwegaandoening, hart- en vaatziekte, ouderen en kinderen kunnen direct klachten krijgen. Daarnaast kan het stoken van hout voor stankoverlast zorgen. Het is belangrijk om op een verstandige manier te stoken, zodat overlast voor jezelf en je omgeving beperkt blijft.

Wat te doen bij overlast

Vooralsnog zijn de mogelijkheden van de gemeente tot optreden helaas beperkt. We denken wel graag met je mee bij wat je kunt doen als je overlast ervaart.

In gesprek met uw buren

Wij adviseren om in eerste instantie in gesprek te gaan met de stoker(s) om samen tot een oplossing te komen. Misschien zijn jouw houtstokende buren zich niet bewust van de overlast die ze veroorzaken en staan ze open voor het maken van afspraken. Leg rustig uit waarom je last hebt van de rook en stel voor om samen afspraken te maken over het stoken van hout. Je kunt bijvoorbeeld afspraken maken over een mogelijke aanpassing van de afvoer, de hoeveelheid die ze stoken en over het stookgedrag. Je kunt verwijzen naar deze pagina of naar milieucentraal.nl voor praktische tips om de overlast bij houtstook te beperken. 

Logboek

Lukt het niet om samen een oplossing te vinden, houd dan gedurende twee à drie weken een logboek bij. Noteer dagelijks de volgende gegevens:
•    Datum 
•    Weertype (zwaar bewolkt of juist zonnig)
•    Windrichting
•    Overlast (ja of nee) en soort overlast (rookoverlast, stank, iets anders)
•    Het effect van de rookgassen op jou en je huisgenoten
•    Maak foto’s of video-opnamen van de rook en het rookkanaal
•    De indicatie die het stookalert van het RIVM op dat moment aangeeft: of het verantwoord is om op dat moment te stoken in de buurt

Als je het logboek een aantal weken hebt bijgehouden en er is sprake van tenminste 10 momenten van ervaren overlast, dan kun je het logboek naar de gemeente sturen. Wij nemen dan contact met je op voor een persoonlijk gesprek en een beoordeling van de situatie ter plekke. De handhaver bepaalt in overleg met jou wat mogelijk is. Stuur het logboek naar info@almere.nl en vermeld daarbij je naam en adres.

Tips voor verstandig stoken

  1. Stook alleen droog hout. Vochtig hout brandt niet goed en geeft extra veel rook en fijnstof. Zelf hout hakken? Droog het hout minstens 2 jaar. Het hout is droog als het gebarsten is of als de bast loslaat. Gebruik een vochtmeter om te meten of het hout een vochtigheidsgehalte tussen 15 en 20% heeft. En gebruik haardhout met het FSC- of PEFC-keurmerk. Dit keurmerk garandeert dat het uit verantwoord beheerd bos komt. 
  2. Stook onbewerkt hout. Bij de verbranding van bewerkt hout komen zware metalen vrij. Het is daarom verboden om bewerkt hout te verbranden. Voorbeelden van bewerkt hout zijn: geverfd of geïmpregneerd hout, (spaan)plaat en laminaat. Stook ook geen papier en karton. Het geeft veel rook en vliegas en is daarom verboden als brandstof.
  3. Leg het meest brandbare materiaal (kleine houtjes) boven op het vuur en steek het vuur van bovenaf aan. Dit wordt ook wel de Zwitserse methode genoemd. Deze manier van stoken zorgt ervoor dat er al vanaf het begin een (bijna) volledige verbranding is. Zo voorkomt u onnodige rookoverlast en wordt de uitstoot van stof sterk verminderd. Plaats het hout kruislings op elkaar, van dikke blokken hout onderin naar dunne losse houtjes en een aanmaakblokje bovenop. 
  4. Laat de open haard of houtkachel uit bij windstil of mistig weer. Het RIVM adviseert om helemaal geen hout te stoken als er een stookalert geldt. Wil je bij een stookalert een bericht via e-mail krijgen? Meld je dan aan voor het stookalert. En als er geen stookalert geldt? Bekijk dan de stookwijzer. Zo weet je wanneer en waarom het vuur beter uit kan blijven.
  5. Laat de schoorsteen minstens 1 keer per jaar goed vegen. Hierdoor is er minder kans op een schoorsteenbrand. 
  6. Zorg voor volledige luchttoevoer. Het hout kan dan beter verbranden waardoor er minder schadelijke stoffen vrijkomen. Laat het vuur niet 'smoren' (de luchttoevoer verminderen); het hout verbrandt dan niet volledig, waardoor er extra veel schadelijke stoffen ontstaan. Ga bij de vakexpert (of handleiding) na wat de specifieke werkwijze is voor jouw haard of kachel.
  7. Houd ventilatieroosters tijdens het stoken open (of zet een raampje open). Vooral bij oudere kachels is het belangrijk dat het vuur lucht kan aantrekken, zodat de rook via de schoorsteen kan worden afgevoerd en er geen schadelijke stoffen blijven hangen. Bij nieuwe kachels wordt vaak automatisch de lucht van buiten aangevoerd. Is t het binnen te warm met de houtkachel aan? Stook dan met minder hout. 
  8. Controleer regelmatig of je goed stookt: een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en er komt bijna geen rook uit de schoorsteen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is: zorg dan voor meer luchtaanvoer.
  9. Zorg voor een kachel die niet te groot is voor je huis. Bij een te grote kachel wordt het al snel te warm tijdens het stoken. Als je het vuur dan ‘smoort’ komen er meer schadelijke stoffen vrij. Op internet zijn verschillende websites te vinden met een rekentool of een grafiek waarmee je kunt berekenen welk formaat kachel past bij jouw huis. Een specialist kan advies op maat geven voor jouw situatie. 
  10. Laat het rookkanaal en de schoorsteen goed afstemmen op jouw haard of kachel door een installateur. Je voorkomt hiermee schoorsteenbrand. Door een te kort rookkanaal of een regenkap op het rookkanaal, kan de rook zich niet goed verspreiden. Dat leidt rondom huis tot luchtvervuiling en rook- en stankoverlast.
Illustratie Almere skyline
Jouw mening