Goed bestuur is integer bestuur. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid rechtmatig en legitiem handelt, iedereen gelijk behandelt, open is over de wijze waarop besluiten tot stand komen en zich verantwoordt naar de samenleving. Politieke ambtsdragers liggen daarbij onder een vergrootglas. Zij nemen die besluiten op basis van bepaalde afwegingen en kunnen daarbij, soms plotseling, vragen krijgen over hun integriteit.
Een politieke ambtsdrager – in ons geval een raadslid maar ook een fractie-assistent - vervult immers een voorbeeldfunctie. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de integriteit van de overheid, de gemeente Almere daarbij in het bijzonder. Vandaar dat in artikel 15 lid 3 Gemeentewet is bepaald dat de raad voor de raadsleden een gedragscode vaststelt. Om zo de integriteit van de raadsleden (en fractie-assistenten) te waarborgen en een richtsnoer te geven voor hun handelen. De raad van Almere maakt gebruik van de ‘Gedragscode integriteit voor de raad van Almere 2023’.
Maar het gaat niet alleen om het hebben van een gedragscode, het gaat ook om de toepassing ervan en bewustwording. In artikel 7.2 van de gedragscode staat daarom dat de burgemeester, die een wettelijke zorgplicht heeft voor de bestuurlijke integriteit, ieder jaar met de raad spreekt over de naleving van de gedragscode. Dit jaarverslag vormt de basis voor dat gesprek. Het jaarverslag gaat eerst in op een aantal algemene ontwikkelingen, vervolgens op de aandacht voor integriteit in de Almeerse raad in 2023 en sluit af met een aantal observaties gebaseerd op de gedragscode.
Op 1 januari 2023 is de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur in werking getreden. Zoals de naam van de wet al doet vermoeden, zorgt deze voor een aantal extra waarborgen op het gebied van integriteit en de bestuurlijke verhoudingen. Zo was het een raadslid al verboden deel te nemen aan de stemming over een onderwerp, die hem/haar rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij/zij als vertegenwoordiger is betrokken. Daar is nu aan toegevoegd dat dit raadslid zich ook dient te onthouden van deelname aan de beraadslaging.
Verder geldt er een nieuw regime voor het opleggen van geheimhouding (artikel 87 e.v. Gemeentewet). Een van de gevolgen hiervan is dat de raad geen bekrachtigingsbesluiten meer neemt. Ook kan de raad een raadslid dat de geheimhoudingsplicht schendt voor ten hoogste drie maanden uitsluiten van het ontvangen van informatie waarover geheimhouding is opgelegd.
De nieuwe wet zorgt verder voor een extra bestuurlijke toegangsbevoegdheid voor de Commissaris van de Koning (artikel 182 Provinciewet). Deze kan hierdoor o.a. een besloten raadsvergadering bijwonen en/of documenten inzien. De bevoegdheid is pas van toepassing bij bestuurlijke problemen of gemeentelijke integriteitskwesties en alleen als dit in redelijkheid nodig is voor het vervullen van de taak van de CdK.
Als laatste kan worden genoemd dat een kandidaat-wethouder bij zijn/haar benoeming in het bezit dient te zijn van een recente Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft vorig jaar een Handboek integriteit voor politieke ambtsdrager van decentrale overheden uitgebracht. Het is een ‘levend document’ dat praktische handvaten biedt voor bijv. het maken van een gedragscode of het uitvoeren van een integriteitsscan voor kandidaat-bestuurders.
Aan de hand van de wetswijziging is de gedragscode voor de raad van Almere opnieuw vormgegeven. De raad stemde hiermee in op 23 februari 2023. Een week eerder werd de gedragscode inhoudelijk in de raad besproken, samen met de drie jaarverslagen over integriteit (raad, college en ambtelijke organisatie).
Een dag na het vaststellen van de nieuwe gedragscode kon de raad direct aan de slag met de toepassing. Wat betekent integer handelen nu daadwerkelijk? Stond bij de jaarlijkse studiebijeenkomst in 2022 het thema Integriteit en Weerbaarheid centraal, in 2023 is ingezoomd op de vraag op welke uitnodigingen een raadslid wel/niet kan ingaan en welke geschenken je wel mag aannemen of beter kunt weigeren.
Vanuit de raad zijn op 21 februari 2023 schriftelijke vragen gesteld over het gebruik van de dienstauto. In antwoord hierop verstrekte het college-informatie over de frequentie en mate van overtredingen. Hierbij gaf het college aan dat privégebruik van de dienstauto uitgesloten is en bestuurders en organisatie worden gewezen op zowel de regels rond het gebruik van de dienstauto als hoe te handelen bij twijfel of een vermoeden van strijdig handelen. Verder is in de beantwoording gemeld dat de ritten(staten) periodiek en minimaal jaarlijks gecontroleerd worden en gepubliceerd worden op de gemeentelijke website.
Ten slotte kan worden genoemd dat in 2023 aangifte is gedaan naar aanleiding van het handelen van raadslid Buyatui. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft hierop laten weten onvoldoende grond te zien om tot vervolging over te gaan. Omdat de aangifte niet leidde tot vervolging en derhalve ook niet tot een rechterlijk uitspraak is door toenmalig raadslid Boutkan via een zgn. artikel 12-procedure aan het Gerechtshof gevraagd naar de beslissing van het OM te kijken. Het Gerechtshof heeft voor zover bekend deze vraag nog niet beantwoord.
In de gedragscode van de raad worden de volgende onderwerpen benoemd:
De gedragscode is een handvat om te werken aan goed bestuur. De artikelen in de gedragscode zijn geen doel in zichzelf, maar vertegenwoordigen waarden. Het vraagt om een voortdurend gesprek of de vastgestelde artikelen uit de gedragscode deze waarde voldoende belichamen en hoe hieraan uitleg en uitvoering dient te worden gegeven. Om die reden is het belangrijke de onderlinge afspraken blijvend te ijken aan de gedeelde waarden.
Een raadslid dient zijn rol zonder ‘vooringenomenheid’ te vervullen. Dat betekent concreet dat de raad ervoor waakt dat persoonlijk belangen van raadsleden de besluitvorming beïnvloeden. Ook betekent dit dat raadsleden hun invloed niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten. Om de onafhankelijke oordeelsvorming van raadsleden te versterken bepaalt de gedragscode dat een overzicht van nevenfuncties wordt gepubliceerd evenals een register waarin ontvangen geschenken worden gepubliceerd. Laatst genoemd register toont in 2023 4 meldingen van door raadsleden ontvangen geschenken (waarvan 3 bij dezelfde gelegenheid).
Daarnaast speelt regelmatig de vraag: hoe vervullen raadsleden integer hun raadslidmaatschap bij thema’s uit de eigen wijk? Mag je meespreken/-besluiten over onderwerpen in je eigen buurt of komt het dan te dichtbij? Vragen die in 2023 bijvoorbeeld speelden rond onderwerpen in Oosterwold. Het blijkt lastig om daar een eenduidig antwoord op te geven en is mede afhankelijk van het (financiële) belang dat je als raadslid hebt bij de uitkomst van een discussie/besluit. Belangrijk is in voorkomende gevallen hier open over te zijn, het te benoemen in de fractie en te klankborden bij de griffier of de burgemeester. Ditzelfde geldt rond de werksituatie van raadsleden: deze kan van invloed zijn op de onafhankelijke positie als raadslid. Genoemde wetswijziging is een extra stimulans om hier alert op te zijn.
Het verkrijgen van informatie is essentieel om de functie van raadslid goed uit te kunnen oefenen. De wetgever heeft het college/burgemeester daarom een informatieplicht gegeven en een raadslid het vragenrecht toegekend. Daarnaast is het in Almere mogelijk dat een raadslid/fractie-assistent zich rechtstreeks tot een ambtenaar mag wenden voor technische informatie. Een groot goed en daarmee ook een stuk verantwoordelijkheid. Waar een burger op grond van de Wet open overheid (Woo) niet hoeft te motiveren waarom deze informatie opvraagt, mag op een raadslid/fractie-assistent wel enig moreel beroep worden gedaan om de ambtelijke organisatie niet onnodig te belasten.
Die verantwoordelijkheid betreft ook de omgang met informatie, zeker als deze (nog) niet openbaar is. Uitgangspunt binnen het openbaar bestuur is dat informatie openbaar is. In de Woo worden evenwel gronden benoemd op basis waarvan openbaarmaking achterweg kan blijven. Wat openbaar is en wat niet ligt daarmee duidelijk vast. Maar hier heeft een raadslid een streepje voor op de burger. Want ook al is informatie niet openbaar, dan kan deze toch onder geheimhouding aan de raad worden verstrekt. Of in sommige gevallen op basis van vertrouwelijkheid. Voor een raadslid brengt dit een grote mate van verantwoordelijkheid met zich mee. In de gedragscode ligt daarom vast dat een raadslid ‘niet ten eigen bate of ten bate van derden’ gebruik mag maken van deze vertrouwelijke informatie. Het op deze manier gebruiken of delen van informatie is ongewenst en ongepast. Hoe onzorgvuldiger wij omgaan met informatie hoe groter het risico dat kwetsbare informatie niet meer wordt gedeeld. Uiteindelijk verzwakt dat dan ook de eigen (informatie)positie.
Het verkrijgen van informatie onder geheimhouding kan een raadslid ook kwetsbaar maken. Zeker gezien het feit dat schending van geheimhouding strafbaar is (artikel 272 Wetboek van Strafrecht). De raad mag daarom niet alleen scherp en kritisch zijn in de manier waarop geheimhouding wordt betracht, maar ook naar de wijze waarop deze wordt opgelegd. In 2023 kan hierbij in het bijzonder worden gewezen op de casus Triade-Vitree. Hierbij kreeg de raad in eerste instantie stukken van het college waarover in zijn geheel geheimhouding was opgelegd. Na een Woo-verzoek moest geconcludeerd worden dan dit deels ten onrechte was en werd via een raadsbesluit de geheimhouding deels opgeheven.
Een raadslid/fractie-assistent ontvangt na installatie een geldelijke vergoeding, een key/sleutel om toegang te hebben tot het stadhuis en een tablet met applicaties waarmee tevens toegang kan worden verkregen tot de digitale werkomgeving van de gemeente Almere. Ook hier geldt een goede en zorgvuldige omgang met hetgeen verkregen is voor eigen gebruik. Over 2023 zijn hierbij geen bijzonderheden te melden.
Respectvolle omgang tussen raadsleden onderling en tussen raad en college is van wezenlijk belang om tot zorgvuldige besluitvorming te komen. Daarnaast zorgt wederzijds respect tussen raad en college voor grotere geloofwaardigheid van de politiek. Concreet betekent dit dat raadsleden respectvol omgaan met elkaar en bestuurders en met ambtenaren correct bejegenen in woord, gebaar en geschrift (artikel 6.1 van de gedragscode). De overheid verwacht van inwoners dat zij zich op een respectvolle manier gedragen. Dat verplicht publieke ambtsdragers dat zelf ook voor te leven. Binnen, maar ook buiten het stadhuis. Het vereist discipline en rolbewustzijn om het wederzijds respect hoog te houden. Ook in 2023 is op dit punt een beroep op de gedragscode gedaan. Dat had te maken met woordgebruik en gekozen kwalificaties, binnen de raadsarena en op social media. Uiteraard kennen we vrijheid van meningsuiting. En de Almeerse cultuur van het op het scherpst van de snede met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Maar met de gemaakte afspraken in onze gedragscode spreken we tegelijkertijd ook uit dat we onze opvatting, mening of standpunt op een respectvolle manier onder woorden brengen. Niet alleen op donderdagavond, maar ook op allerlei digitale verzamelpunten. De bejegening buiten de raadszaal, in het bijzonder op social media, vraagt dan ook blijvend om aandacht.
Onderdeel van de gedragscode is een protocol hoe om te gaan met (vermoedens van) integriteitsschendingen. Uitgangspunt is dat men elkaar hierop aanspreekt. Pas daarna zijn eventuele vervolgstappen aan de orde. Het doen van aangifte is daarbij de meest vergaande stap. De gang van zaken rond de eerdergenoemde aangifte heeft duidelijk gemaakt dat rollen en proces rond het doen van aangifte aandacht verdienen.