Op 1 januari 2022 wordt de nieuwe Wet inburgering 2021 van kracht.
In het beleidskader Inburgering staat voor de gemeente Almere opgenomen hoe hier vorm aan wordt gegeven.
In Almere hebben wij al veel ervaring opgedaan met de komst van nieuwe Almeerders (vergunninghouders of (gezins)migranten) die hier een nieuw thuis mogen opbouwen. Hoe kunnen wij er voor zorgen dat zij zich snel Almeerder en Nederlander voelen. Dat is belangrijk voor henzelf en voor onze Almeerse samenleving. Voor nieuwkomers betekent deze nieuwe start, dat zij bekend moeten worden met hoe het werkt in Almere (en in Nederland); welke verwachtingen en verplichtingen er zijn en wat er nodig is om mee te doen (het leren van de taal, contacten, werk, etc.).
Op basis van diverse ervaringen in Almere, weten we dat inburgering en volwaardig meedoen een kwestie van een lange adem is. Almere wijkt hierin niet af van het landelijke beeld.
Het wijzigen van de wet zien we als een stap vooruit. We zien mogelijkheden om – vanuit de regierol van de gemeente – participatie en inburgering beter met elkaar te verbinden.
In de nieuwe wet wordt hiervoor een aantal (nieuwe) instrumenten mogelijk gemaakt: brede intake, Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP), ontzorgen door het doorbetalen van de vaste lasten. De gemeente heeft daarnaast een prominente rol bij de inkoop van de diverse trajecten (kwaliteitsbewaking) en handhaven op de gemaakte afspraken (verplichtingen).
We willen dat nieuwkomers een goede start maken binnen de gemeente Almere. Voor vergunninghouders start dit al in het asielzoekerscentrum (azc), als bekend is dat een vergunninghouder naar de gemeente Almere komt. Het uitgangspunt is dat iedereen meedoet, het liefst via betaald werk.
De inzet van ervaringsdeskundigen (sleutelfiguren) is zeer waardevol en kan een belangrijke bijdrage leveren aan een heldere communicatie en verbinding tussen de Almeerse samenleving en nieuwkomers. Hier willen we daarom ook gebruik van maken.
Onze ondersteuning is gericht op een persoonlijke benadering, gericht op doelen die waardevol zijn in het bredere proces van integratie. Dit vertaalt zich in een sociaal netwerk, adequaat onderwijs en betaald werk.
Het gaat om een diverse groep die de Nederlandse taal niet of zeer beperkt spreekt en die (nog) niet bekend is met hoe het in Nederland werkt, zodat ze nog niet direct actief mee kunnen doen. Daarnaast heeft de situatie in het land van herkomst en/of de reis naar Nederland soms littekens achtergelaten die belemmerend kunnen werken.
We laten ons hierdoor niet ontmoedigen en wij gaan deze uitdaging aan, we monitoren wat er werkt en stellen bij waar dat nodig is.
In Almere doet iedereen naar vermogen mee!
Froukje de Jonge, wethouder Werk en inkomen, Integratie en Wonen met Zorg
Op 1 januari 2022 wordt de nieuwe Wet inburgering 2021 van kracht.
De nieuwe wet beoogt een oplossing te bieden voor het ontbreken van een actieve aansluiting tussen inburgering en participatie en wil fraude voorkomen.
De nieuwe Wet inburgering is van toepassing op asielmigranten (vergunninghouders), gezinsmigranten en overige migranten.
Gezinsmigranten zijn personen met een niet-Nederlandse nationaliteit die naar Nederland verhuizen om bij hun partner of ouder(s) te komen wonen en die afkomstig zijn van buiten de EU, EER of Zwitserland.
Overige migranten zijn: geestelijk bedienaren, zoals imams, rabbijnen en kloosterlingen, en vreemdelingen met een niet-tijdelijk humanitaire verblijfsstatus.
Inburgeraars gaan vanaf het eerste moment aan de slag met hun inburgering. Gemeenten gaan hen daarbij activeren en begeleiden. In het nieuwe stelsel zijn gemeenten verantwoordelijk voor de inkoop van verschillende onderdelen van het inburgeringstraject (leerroutes, Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en het participatieverklaringstraject (PVT)). Uitgangspunt is dat iedereen op een zo hoog mogelijk niveau inburgert en financieel zelfredzaam is, het liefst via betaald werk.
Het hebben van (betaald) werk is niet alleen van belang voor het voorzien in inkomen, maar draagt ook in grote mate bij aan de integratie. Eigenwaarde, dagritme, sociale contacten en dergelijke worden hierdoor vergroot.
In het nieuwe stelsel hebben gemeenten een regierol om deze aansluiting te herstellen, waardoor integratiemogelijkheden worden vergroot. Het doel is dat inburgeraars meteen aan het werk gaan en ondertussen de taal leren. Gemeenten stellen voor alle inburgeraars een persoonlijk plan inburgering en participatie (PIP) op en het leenstelsel wordt afgeschaft. Voor het leren van de taal en bredere inburgering is ook een goede verbinding met hun leefwereld van belang. Hierin is de samenwerking binnen het Sociaal Domein van belang.
De afgelopen jaren (vanaf 2016) is er ervaring opgedaan met de doelgroep vergunninghouders. Zo is er een intensieve begeleiding ontwikkeld en zijn er diverse pilots geweest waarin inburgering en participatie/onderwijs met elkaar zijn verbonden. Ook is er geëxperimenteerd met een nieuwe werkwijze om meer zicht te krijgen op de achtergrond, belemmeringen e.d. van de individuele vergunninghouder.
Ondanks goede ervaringen zijn er ook uitdagingen waarin verbeteringen gewenst zijn. Op hoofdlijnen gaat het dan vooral om:
De opgedane ervaringen en de uitdagingen zijn recent in het onderzoeksrapport ‘van vluchteling naar Almeerder: wat werkt?’ opgenomen. In het beleidskader is dit in de verdere uitwerking meegenomen.
Er is beperkt ervaring met de doelgroep gezinsmigranten en overige migranten.
In het beleidskader wordt actief gezocht naar verbinding met andere beleidsterreinen. Ondanks dat het beleidskader Inburgering nieuw is, zijn er voldoende mogelijkheden om aan te haken bij vastgestelde kaders (o.a. beleidskader Sociaal Domein) en opgedane ervaringen in Almere. Het gaat dan om uitgangspunten als:
Met inachtneming van de wettelijke kaders heeft de gemeente beleidsruimte om accenten te leggen en de vorm te bepalen die past bij de lokale situatie.
Almere geeft op basis van onderstaande accenten invulling aan deze wettelijke kaders: :
Bovenstaande wordt in het beleidskader vertaald naar een brede ambitie waarbij inburgeraars zo snel mogelijk participeren en een onderdeel zijn van de Nederlandse / Almeerse samenleving. Hiermee willen we een positief effect bereiken op zowel het leven van de inburgeraar zelf als op dat van hun kinderen (de toekomstige generatie). Ook is de ambitie dat door een betere integratie van inburgeraars de acceptatie in de samenleving wordt vergroot en de samenleving wordt versterkt.
Met het beleidskader Inburgering wordt een bijdrage geleverd aan de volgende ambities:
Om deze bijdrage te realiseren wordt er aan de hand van de volgende drie punten invulling aan gegeven.
De gemeente Almere wil dat inburgeraars zo snel mogelijk meedoen in de Almeerse samenleving. Het spreken van de taal en participeren in werk, onderwijs of vrijwillige inzet zijn hiervoor de sleutel. Ook de aansluiting op de woningmarkt, wegwijs worden in de stad en het vinden van de juiste zorg en ondersteuning, wanneer dat nodig is, zijn hierin van belang. Met het wederzijds investeren in inburgering wordt de integratie van individuen en groepen bevorderd. Het is belangrijk om in dit proces zo min mogelijk vertraging op te lopen, omdat de integratie van individuen en groepen cruciaal is voor het welzijn van het individu en de leefbaarheid van de samenleving
Er wordt geïnvesteerd in de startsituatie door middel van een toegangstraject door een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de inburgeraar. Dit wordt gevolgd door een intensieve leerroute om tot duurzame uitstroom te komen.
De wet schrijft drie routes voor in het kader van inburgering: de B1 route, de onderwijsroute en de zelfredzaamheidsroute.
De B1 route is er voor inburgeraars die het taalniveau B1 binnen de inburgeringstermijn kunnen halen. De onderwijsroute is een taalschakeltraject voor inburgeringsplichtigen, dat zich richt op inburgering en daarna uitstroom naar het onderwijs (mbo 2, 3 en 4, hbo en wo). De zelfredzaamheidsroute (Z-route) is voor inburgeraars met een beperkt leervermogen. Deze mensen krijgen in het nieuwe stelsel geen ontheffing, maar juist extra aandacht om te zorgen dat zij de taal zo goed mogelijk gaan beheersen en zelfredzaam zijn in de samenleving en op de arbeidsmarkt.
Bij alle drie de trajecten is de combinatie met participatie een belangrijk onderdeel. Dit is een grote verandering ten opzichte van het huidige beleid waarbinnen meer focus is op taal.
De werkwijze is erop gericht dat inburgeraars zo snel en zo zelfstandig mogelijk, het liefst via betaald werk, zelf regie over hun eigen toekomst.
We delen kennis en werken (integraal)samen met ervaringsdeskundigen en partners, lokaal, regionaal en waar nodig in boven regionaal verband. Samenwerking met ervaringsdeskundigen, werkgevers, onderwijspartners en het maatschappelijk middenveld in de stad is van essentieel belang bij de uitvoering van de nieuwe Wet inburgering. Door de grootte van Almere kent dit ook grenzen. Dat betekent dat er samenwerking moet worden gezocht met andere steden en/of regio’s.
Inburgering staat niet op zichzelf. Om nieuwe inwoners van Almere een goede basis te geven voor integratie en hen te laten meedoen in de samenleving, zijn de doelen van meerdere beleidsterreinen relevant. In het beleidskader wordt de relatie met de meest relevante beleidsterreinen beschreven, zoals gezondheid, inclusie, armoede en schulden, onderwijs. Maar ook binnen het fysieke domein zoals huisvesting, leefbaarheid en veiligheid.
Het doel is dat inburgering een onderdeel is van een integraal geheel van beleidsterreinen, zodat deze elkaar in de praktijk optimaal versterken.
Om het beleidskader goed uit te voeren zijn er een aantal keuzes en randvoorwaarden noodzakelijk.
Op hoofdlijnen gaat het om:
Wil je het hele beleidsdocument lezen? Stuur dan een e-mail naar info(at)almere.nl onder vermelding van “Beleidskader Inburgering”.