Mijn omgevingsvergunning is verleend, voldoet deze aan de nieuwe stikstofnormen en is deze onherroepelijk?
Uw vergunning is onherroepelijk als binnen de bezwaartermijn van zes weken (of binnen de beroepstermijn van zes weken als de vergunning met een uitgebreide voorbereidingsprocedure is verleend) geen bezwaar (dan wel beroep) wordt ingediend. Zolang bezwaar en beroep mogelijk is, kan in een procedure door belanghebbenden aangevoerd worden dat niet op juiste wijze met stikstofdepositie rekening is gehouden.
Na het onherroepelijk worden van de vergunning is het niet meer mogelijk om de vergunning om die reden in bezwaar te herroepen of in beroep te vernietigen. De provincie heeft als bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming nog wel de mogelijkheid om zelfstandig een oordeel te geven over de vergunningplicht volgens die wet, als stikstofdepositie niet is beoordeeld bij de vergunningverlening.
Ik moet als initiatiefnemer een stikstofberekening laten maken, wat kost dat?
U kunt een ecologisch adviseur vragen een stikstofberekening te laten maken. De kosten daarvan hangen af van de grootte en complexiteit van het project, en kan daardoor variëren van ongeveer € 1.500, - tot enkele duizenden euro’s.
Wat doet u voor mensen die in een vergunningstraject zitten?
Wij communiceren actief (per brief en website) met de aanvragers en geven uitleg over de wijzigingen in het proces.
Hoe werkt het aanvragen van een berekening voor stikstofdepositie??
De initiatiefnemer bepaalt aan de hand van een AERIUS-berekening de stikstofdepositie op Natura 2000 als gevolg van het project. Deze tool is openbaar te raadplegen. Aan de hand van die berekening blijkt of ook een ecologische voortoets nodig is. Uitkomst van de ecologische voortoets kan zijn dat een natuurvergunning nodig is en een zogenaamde “passende beoordeling” moet worden gemaakt.
De Rijksoverheid heeft een stappenplan Toestemmingverlening stikstofdepositie bij nieuwe activiteiten gepubliceerd dat kan worden gebruikt om vast te stellen of het project vergunningsplichtig is onder de Wet natuurbescherming en welke instrumenten ingezet kunnen worden om voor een natuurvergunning in aanmerking te komen. Deze is staat ook op de speciale pagina met informatie over stikstof.
Wie moet een stikstofberekening maken?
Dit geldt niet voor kleine verbouwingen aan bestaande woningen en woningbouwprojecten tot en met vijf woningen. Voor alle andere lopende en nieuwe aanvragen voor een omgevingsvergunning geldt het wel. Het gaat daarbij in elk geval om aanvragen om omgevingsvergunning voor woningbouwprojecten van meer dan vijf woningen, bedrijven en (maatschappelijke) voorzieningen en de aanleg van infrastructuur.
Het geldt ook niet voor aanvragen waarvoor al een Natura 2000-vergunning in verband met stikstofdepositie van de provincie is verkregen of waarvoor bij de provincie al een aanvraag voor zo’n vergunning is ingediend.
Wat is er veranderd bij het aanvragen van een omgevingsvergunning?
Bij de aanvraag moeten ook stikstofberekeningen worden meegestuurd waaruit blijkt wat de stikstofdepositie op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden is (zoals het Naardermeer of de Veluwe).
Zowel voor de bouwfase als de gebruiksfase van het aangevraagde project moeten afzonderlijke berekeningen worden gemaakt en ingediend. Dit mogen geen verschilberekeningen (waarbij gebruiksfase en bouwfase van elkaar worden afgetrokken) zijn.
Als uit die berekeningen blijkt dat sprake is van een stikstofdepositie van meer dan 0,00 mol/h/j dan moet ook een ecologische voortoets worden overgelegd. Als daaruit blijkt dat als gevolg van de stikstofdepositie significante verstorende effecten voor één of meer Natura 2000-gebieden niet kunnen worden uitgesloten, dan moet de aanvraag worden uitgebreid met een natuurtoestemming en moet met de aanvraag ook een zogenaamde “passende beoordeling” worden ingediend. Kijk hiervoor bij het antwoord bij de vraag “hoe werkt dat?” en het daar genoemde stappenplan.
In dat geval stuurt de gemeente uw aanvraag door naar de provincie. De provincie gaat dan beoordelen of er een natuurtoestemming verleend kan worden. Die natuurtoestemming van de provincie heeft dan de vorm van een zogenaamde “verklaring van geen bedenkingen”. Zonder die verklaring mogen wij geen omgevingsvergunning verlenen. Op de behandeling van de aanvraag voor de omgevingsvergunning is dan de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing. Daarbij geldt een beslistermijn van 6 maanden. Als meteen al duidelijk is dat significante verstorende effecten voor Natura 2000-gebieden niet uitgesloten kunnen worden, dan kan de voortoets overgeslagen worden en meteen een passende beoordeling worden gemaakt.
Als bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning deze gegevens ontbreken, dan zal de gemeente de aanvrager in de gelegenheid stellen die gegevens binnen een nog te bepalen termijn alsnog in te dienen. Mocht de aanvrager van die mogelijkheid geen gebruik maken, dan kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten.