Direct naar paginainhoud

Eikenprocessierups

Elk jaar kan je in de warmere maanden op eikenbomen de eikenprocessierups vinden. De brandharen van deze rups zorgen voor overlast. We proberen dat te voorkomen.

We gebruiken van april tot oktober natuurlijke middelen om de groei van nesten met Eikenprocessierupsen tegen te gaan. Als dat niet genoeg is zuigen we met een speciaal apparaat de nesten weg.

Een nest eikenprocessierupsen en nog geen lint om de boom? 

Zie je een nest eikenprocessierupsen en zie je nog geen rood-wit lint om de boom? Laat het ons weten via een melding openbare ruimte of bel naar 14 036. Wanneer er een rood-wit lint om de boom zit, is het nest bij ons bekend. Je hoeft hem dan niet te melden. Kijk ook goed of het echt om een eikenboom gaat. Je hoeft geen melding te maken van een nest in een ander soort boom of een nest in het bos.

Wat doet de gemeente met gemelde nesten?

Wanneer we een melding krijgen van een nest eikenprocessierupsen, dan sturen we zo snel mogelijk iemand om het nest te verwijderen. Met een speciale stofzuiger wordt het nest uit de boom gezogen. Het kan zijn dat er niet gelijk iemand beschikbaar is om het nest weg te halen. Dit kunnen alleen professionals met speciale apparatuur en kleding. In dat geval hangen we eerst een rood-wit lint om de boom met een waarschuwing.

Planning van de bestrijding

In april start de jaarlijkse bestrijding in Almere. Dat ziet er zo uit:

april - mei Preventief besproeien van eikenbomen in de stad met een biologisch bestrijdingsmiddel
mei - juni Inspectieronde 1 – we bekijken alle eiken en zoeken naar de eikenprocessierups
juni - juli Inspectieronde 2 – we bekijken alle eiken en zoeken naar de eikenprocessierups
augustus - september Inspectieronde 3 – we bekijken alle eiken en zoeken naar de eikenprocessierups
mei - oktober In deze periode halen we nesten weg

Hoe probeert de gemeente overlast te voorkomen?

Elk jaar werken we hard om het aantal nesten op de duizenden eiken van de gemeente te verkleinen. Dit doen we op verschillende manieren. We gebruiken bijvoorbeeld aaltjes (nematoden) en natuurlijke vijanden. 

Bestrijding door aaltjes

Eikenbomen worden per jaar twee keer behandeld met een biologisch middel van aaltjes. Een aannemer van de gemeente spuit tussen 8 uur ’s avonds en 5 uur ’s ochtends met tractor met een grote nevelspuit het biologisch bestrijdingsmiddel in de eikenbomen. Dit doen we in het vroege voorjaar. De eitjes van de rups komen dan uit en door alleen eikenbomen te behandelen waar we overlast verwachten, is er weinig tot geen schade aan de verdere natuur. Voor werking van de aaltjes is het belangrijk dat ze op of vlakbij de rupsen terechtkomen. 

Alleen bij direct contact met het middel kunnen huid en ogen geïrriteerd raken. Dit geldt ook voor huisdieren. We raden daarom aan om tijdens het spuiten niet onder de bomen en nevelspuit door te lopen of fietsen. Ook kun je wanneer mogelijk de ramen en deuren dicht houden als de tractor langs komt.

Wanneer we dit precies doen vind je op het X-account Eikenprocessierups Almere (vroeger Twitter) en het Facebookaccount Eikenprocessierups Almere. Hier houdt de aannemer precies bij wanneer hij waar aan het werk gaat. Wanneer we precies bestrijden hangt af van het weer. We spuiten namelijk alleen bij goede weersomstandigheden, anders doen de aaltjes minder goed hun werk. Het mag niet te hard waaien, regenen of te koud zijn. Doordat het werk zo afhankelijk is van het weer geeft de aannemer in de week zelf de informatie waar ze aan de slag gaan. 

Inzet van natuurlijke vijanden

Bij het bestrijden van de eikenprocessierups gebruiken we veel natuurlijke vijanden. Deze dieren eten de rups. Om erachter te komen hoe we natuurlijke vijanden het beste kunnen helpen, voeren we proeven uit. De natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups zijn onder andere sluipwespen gaasvliegen, lieveheersbeestjes en roofkevers.

Deze vijanden helpen we door te zorgen voor meer voedsel en plekken waar zij een nest kunnen maken. Denk bijvoorbeeld aan het zaaien van bloemen/kruidenmengsels en minder maaien in de buurt van eikenbomen. Ook zorgen we voor meer struiken en vogelhuisjes waar de vogels in kunnen schuilen en voedsel kunnen vinden. Dat zorgt voor meer jonge vogels en dus meer natuurlijke vijanden. 

Broedkasten

Broedkasten met geparasiteerde nesten van de eikenprocessierups kunnen ook zorgen voor meer natuurlijke vijanden. Geparasiteerde nesten zijn nesten van de eikenprocessierups, waarbij sluipwespen en gaasvliegen eitjes in de rupsen hebben gelegd. Daardoor gaan deze rupsen dood en groeien er meer natuurlijke vijanden. 

Wij leggen de geparasiteerde nesten in broedkasten. Deze kasten zetten we in de buurt van eikenbomen, of we hangen kleine broedkasten in eikenbomen. Wanneer de natuurlijke vijanden uit de kasten zijn weggevlogen, worden de oude nesten verwijderd. In het najaar leggen we weer nieuwe nesten in de kasten.  

De broedkasten zijn zo gemaakt dat er geen overlast kan ontstaan door de brandhaartjes van de rupsen. De resultaten van eerdere proeven die we hebben uitgevoerd zagen er goed uit, want de hoeveelheid natuurlijke vijanden was gegroeid. Dit zorgt voor minder overlast van de eikenprocessierups. We gaan daarom door met het extra plaatsen van deze kasten.  

Gaasvlieglarven en lieveheersbeestjes

In de stad hangen we witte zakjes in eikenbomen. In deze zakjes zitten larven van de gaasvlieg. Deze larven zijn natuurlijke vijanden van eikenprocessierups, ze  eten de rupsen. Om ervoor te zorgen dat er ook later gaasvliegen voor nieuwe larven zorgen, hebben we goed naar de omgeving gekeken. De zakjes zijn nu in eikenbomen gehangen die in de buurt staan van bloemen, vroegbloeiende struiken en andere planten. 

De inzet van zakjes met larven van de gaasvlieg is een proef. We hebben onderzoek gedaan op de plekken waar de zakjes met gaasvlieglarven hangen. We zagen daar veel meer gaasvliegen. We hebben daarom besloten door te gaan met de proef en de proef zelfs uit te breiden. We hangen nu ook zakjes met lieveheersbeestjes op. Dat zijn ook belangrijke vijanden van de rups. 

Feromoonvallen

Met hulp van feromoonvallen meten we de verspreiding van de eikenprocessierups in Almere. De vallen vullen we met vrouwelijk lokstof van de eikenprocessierupsvlinders. Daar komen mannetjesvlinders op af. Zo weten we in welke regio er meer en minder vlinders en dus later rupsen zijn. Het heeft ook als voordeel dat we door het vangen van de mannelijke vlinders ook minder bevruchting krijgen en dus minder eikenprocessierupsen. Daarnaast kunnen we goed zien in welke gebieden meer en minder eikenprocessierupsvlinders zitten. Zo kunnen we goede keuzes maken in de bestrijding.

Proef paringsverstoring eikenprocessievlinder

De eikenprocessierups wordt, net zoals elke rups, uiteindelijk een vlinder. De mannetjes- en vrouwtjesvlinders vliegen uit en vinden elkaar door een stofje dat het vrouwtje afgeeft. Dit jaar proberen we met een nieuwe aanpak de overlast van de eikenprocessierups tegen te gaan. Met deze methode proberen we de paring van de eikenprocessievlinders te verstoren.

Met de paintball-techniek schieten onderzoeksorganisaties balletjes met lokstof in de bomen. Mannetjes eikenprocessierupsvlinders raken in de war en vinden geen vrouwtje om te bevruchten, met als resultaat minder rupsen in het volgende jaar. Deze manier heeft geen negatieve effecten op het milieu of op andere soorten.

Omdat dit een goede manier zou kunnen zijn om de eikenprocessierups tegen te gaan, doet de gemeente mee aan een onderzoek. We doen dit onderzoek samen met 10 gemeenten en 4 provincies. De proef begon in 2022, eind 2024 worden de eindresultaten bekend. De eerste onderzoeken lieten goede resultaten zien, daarom hebben we de proef uitgebreid.

Beschermde vlindersoorten

Op steeds meer plekken is preventief bestrijden niet mogelijk. Bijvoorbeeld op plekken waar andere dieren (zoals beschermde vlinders) last kunnen hebben van de aaltjes. Hier gebruiken we een combinatie van natuurlijke vijanden en zuigen we nesten weg. Op deze plekken kan er meer overlast zijn van de eikenprocessierups, wij geven dit op de plekken aan. 

Hoe herken ik de eikenprocessierups?

De eikenprocessierups is ongeveer drie centimeter lang, heeft een blauwgrijze streep over het lichaam en een zwartbruine kop. De rups heeft lange witte haren op de rug, dat zijn de brandharen. De rups is naast zijn uiterlijk te herkennen aan het gedrag. De rups loopt in grote groepen ‘in processie’ over een boom.

De rups zit alleen in eikenbomen. Alleen bij zware stormen kunnen de nesten van de rups uit de boom waaien en bij een te kort aan voedsel kunnen de rupsen op andere boomsoorten voorkomen. Dit komt heel weinig voor.

Andere rupsen in Almere

Bastaardsatijnrups

De bastaardsatijnrups zorgt op verschillende plaatsen langs de kust voor overlast. Niet alleen op het strand, maar ook in de duinen. De rups heeft brandharen die klachten kunnen veroorzaken bij aanraking, zoals heftige jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen. Ook dieren kunnen klachten krijgen.

De bastaardsatijnrups trekt steeds verder het land in en wordt ook ongemerkt met plantmateriaal verspreid. De bastaardsatijnrups komt voor op verschillende soorten bomen (eiken) en struiken (duindoorn) en leeft zo goed als alleen. De rupsen zijn actief in de maanden juni, juli en augustus.

Vanwege de verspreiding stuurt de gemeente experts het veld in om de rups te zoeken. Tot nu toe zijn er maar een paar rupsen gezien en zijn de nesten van de rups verwijderd. In de winter kunnen de nesten bestreden worden door ze uit te knippen en te vernietigen. In de nazomer kunnen de rupsen bestreden worden door te spuiten met aaltjes.

Plakker rups

De plakker rups wordt ook wel de Lymantria dispar genoemd. Het dier is ongevaarlijk, in tegenstelling tot zijn broer de eikenprocessierups. De rupsen kunnen tot 7 cm lang worden en kunnen veel verschillende kleuren hebben. Ze hebben net als de eikenprocessierups lange haartjes, maar zoals gezegd zijn deze haartjes niet gevaarlijk.

De vlinder komt vooral voor op de warmere plaatsen in open eikenbossen. De rupsen leven van een groot aantal soorten loofbomen en struiken, als zomereikratelpopulierboswilgwinterlindeeenstijlige meidoornwilde appel en lijsterbes. Maar de rupsen komen ook voor in beukenhagen die ze in korte tijd helemaal kaalvreten. Het lijkt alsof de beukenhaag afsterft, maar die herstelt zich na een paar weken. Omdat de rups niet schadelijk is voor de gezondheid wordt deze niet bestreden.

Spinselmot

De eikenprocessierups wordt vaak verward met de rupsen van de spinselmot. Deze rupsen pakken struiken en bomen in met spinsels, een soort spinrag. De spinselmot is niet gevaarlijk voor mens en dier en wordt daarom niet bestreden.

In de spinsels leven grote aantallen rupsen, maar de bomen hebben er geen last van. De rupsen vreten van het blad en maken de spinsels om zichzelf te beschermen tegen natuurlijke vijanden zoals vogels en sluipwespen. Als er veel rupsen zijn kunnen ze de boom of struik volledig kaalvreten. Maar de overlast duurt vaak maar een paar weken. Het is voor de bomen en struiken niet erg, deze lopen na een tijdje weer uit.

Meer weten over de eikenprocessierups?

Wil je meer weten over de eikenprocessierups? Bekijk de volgende sites:

Vragen kun je stellen bij de gemeente via ons contactformulier of bel naar 14 036.

Illustratie Almere skyline
Jouw mening