Extra elektriciteitshuisjes

We gebruiken met elkaar steeds meer elektriciteit. Voor onder andere de verlichting en verwarming van onze woningen, elektrisch koken en het opladen van elektrische auto´s. Ook maken we steeds meer elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnepanelen. Daardoor belasten we het stroomnet steeds meer. 

Klaarmaken voor de toekomst

Om nu en in de toekomst veilig en op elk moment stroom te kunnen gebruiken is het nodig om het elektriciteitsnet uit te breiden, te versterken en klaar te maken voor de toekomst. Er zijn bijvoorbeeld meer kabels onder de grond nodig en meer elektriciteitshuisjes. Door meer huisjes te plaatsen kan de stroom beter worden verdeeld.   

Elektriciteitshuisjes, ook wel transformatorhuisjes of transformatorstations genoemd, zijn nodig om in huis stroom te kunnen gebruiken. Ze zijn ongeveer 2 meter breed en 3,5 meter lang. In deze huisjes wordt stroom omgezet van hoogspanning naar het spanningsniveau dat we in onze huizen gebruiken. Omdat voor iedere groep gebouwen een elektriciteitshuisje nodig is, staan deze vaak midden in een wijk. Als Liander een nieuw huisje wil plaatsen krijgen mensen die in de buurt wonen altijd eerst een brief. Lees meer informatie over elektriciteitshuisjes op Liander.nl. 

Plek van een huisje 

Liander is verantwoordelijk voor het elektriciteitsnet in Flevoland. Zij moeten de extra huisjes plaatsen. Voor het kiezen van een plek rekent Liander eerst uit waar een extra huisje nodig is. Dit gebied geven zij aan met een zoekcirkel van ongeveer 50 meter.   

De uiteindelijke plek binnen die cirkel bepaalt de gemeente. Daarvoor gebruiken we een aantal regels: het ‘Afwegingskader plaatsing middenspanningsruimtes bestaande stad’. Het afwegingskader zorgt ervoor dat het voor iedereen duidelijk is hoe de gemeente de plek voor een huisje kiest. 

Eerst kijkt de gemeente naar harde voorwaarden:  

• Het huisje moet op dezelfde hoogte als de straat kunnen staan. 
• Er moet een hijskraan bij kunnen, dus het huisje mag bijvoorbeeld niet te dicht bij een huis staan. 
• Het huisje mag het zicht voor het verkeer niet belemmeren. 
• Er mogen geen kabels of leidingen onder het huisje zitten. 
• Een huisje mag nooit op een archeologische vindplaats staan. 
• Het huisje mag niet groter zijn dan 15 vierkante meter en moet lager zijn dan 3 meter. 

Als aan deze voorwaarden is voldaan kijken we naar een plek binnen de zoekcirkel met een schema. We gaan volgens een vaste volgorde door het schema heen. Dus als een plek niet voldoet aan een het ene punt, kijken we naar het volgende punt.

Een elektriciteitshuisje hoeft niet te voldoen aan alle opties in het schema. Doel is om de buurt veilig te houden, zo groen mogelijk te houden en om veelgebruikte delen van de openbare ruimte zoveel mogelijk te behouden.  

Schema:

• Eerst kijken we naar ‘laagwaardige verharding’. Bijvoorbeeld een ongebruikt stuk stoep. 
• Dan naar ‘laagwaardig groen’. Bijvoorbeeld een klein plantsoentje.  
• Dan naar parkeervakken of hofjes (met lage parkeerdruk). 
• Dan naar plekken waar we bomen voor moeten verplaatsen. 
• Dan naar ‘overige opties’ zoals steunspeelplekken of schoolterreinen.  
• Als laatste kijken we naar de mogelijkheid om parkeerplaatsen met een hoge parkeerdruk te verplaatsen. 

We houden ook rekening met mogelijke zelfbeheerovereenkomsten in de buurt, dus met de groenstroken die bewoners zelf beheren. Liander kijkt naar aankleding van het huisje, denk bijvoorbeeld aan steenstrips. Als het mogelijk is kunnen bewoners hun voorkeur aangeven. 

Als het niet lukt om met al deze regels een goede plek te vinden gaat de gemeente weer met Liander in gesprek om met speciale opties een oplossing te vinden.