De redengevende omschrijving is gebaseerd op de volgende rapporten:
De stad Almere werd op de tekentafel ontworpen. Nieuwe, geplande steden, New Towns, verschillen van steden die in de loop van de tijd organisch zijn gegroeid. De lokale overheid initieerde de totstandkoming van woningen, maar ook van maatschappelijke voorzieningen: van wonen tot sport en cultuur, alles werd gepland. Daarnaast bood Almere de bewoners inwoners inspraak en architecten de kans om te kunnen experimenteren met hun ontwerpen. Het kerkgebouw Goede Rede is hier een voorbeeld van en heeft monumentale waarde voor de gemeente Almere.
In 1976 zouden de eerste bewoners arriveren in Almere. Voor de komst van de nieuwe inwoners werd er nagedacht over het stichten van een gezamenlijk kerkcentrum in Almere Haven, waar het geloof kon worden beoefend. De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) zag de komst van een kerkgebouw als een belangrijk stedenbouwkundig en sociaal baken. In 1975 werd de Interkerkelijke commissie Platform Almere opgericht door de bisschop van Haarlem, de synodes van de Gereformeerde Kerken en de Nederlandse Hervormde Kerk. Het platform wenste een kerk met een bescheiden en eenvoudig exterieur zonder toren. De RIJP wilde echter het tegenovergestelde: het gebouw moest herkenbaar zijn als kerk, op een traditioneel centrale plaats als oriënterend element in de stad. Dus met een toren. De 3 kerkgenootschappen kozen unaniem voor de architect Gerrit Steen van Architektenbureau Steen & Tuinhof. De RIJP stelde een perceel aan het einde van de gracht in Almere Haven beschikbaar. Hier wilde architect Gerrit Steen (1916-1996) een ontwerp realiseren dat een zichtbare afsluiting zou vormen. Volgens Steen moest een kerk een verrassend element hebben, in zowel exterieur als interieur. In 1977 mochten bewoners van Almere Haven kiezen uit 3 ontwerpen van Steen. De inwoners hadden de voorkeur voor een ‘nostalgisch’ ontwerp, maar door financiële redenen werd er gekozen voor het huidige ontwerp. In december 1978 werd gestart met de bouw. In september 1979 was de bouw nog niet helemaal gereed, maar werd wel de sleutel overhandigd en de kerk in gebruik genomen. In 1983 was het gehele kerkelijke centrum voltooid.
In 2005 werd de Goede Rede na 25 jaar intensief gebruik verbouwd om een ontmoetingscentrum met een open en uitnodigend karakter te creëren. En om de relatie tussen de kerk en omgeving te versterken. Bij deze verbouwing zijn aanpassingen gedaan aan het exterieur en interieur waarbij elementen zijn vervangen of aangepast.
Het kerkcentrum is opgebouwd uit een staalskelet. Het dak is een meetkundige combinatie van een hyperbool en een parabool. Geconstrueerd in de vorm van een hyparschaal met 2 tegenover elkaar gelegen hoeken van 14 meter en 21 meter. Tussen deze 2 hoeken loopt het dak omhoog, zodat er een profiel ontstaat van een gestileerd schip met boeg en achterplecht. Los van het gebouw, staat de 35 meter hoge kerktoren met carillon, die een vierkant grondplan heeft. De kerk en toren zijn opgetrokken uit roodbruine bakstenen, grijszwarte bitumineuze dakbedekking, van oorsprong donker eiken beitswerk voor de ramen, deuren en kozijnen en wit betonnen elementen.
In het interieur van de kerkzaal valt de bijzondere vorm van het plafond, de combinatie van de parabool en hyperbool, op. Het plafond is bedekt met parana pine hout. De kleur van het hout is groenig tot paarsig geschilderd. Op de vloer in de kerkzaal liggen plavuizen van een donkerbruine tint. De wanden hebben dezelfde baksteensoort als de wanden van het exterieur, in de kapel zijn diepliggende voegen aangebracht tussen de bakstenen om de akoestiek te bevorderen. Het interieur van de kerk is opgedeeld in 3 sectoren waar verschillende soorten activiteiten plaats kunnen vinden; ruimten voor erediensten, jeugdactiviteiten en facilitair. Schuifwanden maakten het mogelijk om de verschillende ruimten flexibel te gebruiken.
De bescherming heeft betrekking op de bouwmassa aan Kerkgracht 60 en richt zich op:
Het object is van algemeen belang voor de gemeente Almere vanwege de architectuurhistorische, cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde.