In Almere genieten inwoners van hun (huis)dieren en van de dieren die bij ons in het wild leven. Soms geven dieren of insecten overlast. Denk aan mieren die je huis binnenkomen of ratten die in je schuur verblijven. In dit soort gevallen wil je graag actie ondernemen om overlast te verminderen. Hieronder lees je in welke gevallen de gemeente actie onderneemt, maar ook wat je zelf kan doen om overlast van dieren te voorkomen of te verminderen.
Ratten komen af op (zwerf)vuil en voedsel en kunnen voor overlast zorgen. Het bestrijden van ratten is erg moeilijk. Dit komt doordat het leefgebied van een verdwenen rat vaak snel wordt ingenomen door nieuwe ratten uit de omgeving. De invloed van het verwijderen van ratten is daarom vaak van korte duur.
Tips waar je zelf op kunt letten om overlast van ratten te voorkomen:
Heb je erg veel last van ratten? Bel dan naar 14 036 of doe een Melding Openbare Ruimte. We denken graag mee over een mogelijke oplossing.
Muskus- of beverratten zijn schadelijk voor dijken en kades. Meld overlast door deze dieren bij het Waterschap Zuiderzeeland.
In Almere is het mediterraan draaigatje al gezien in een aantal wijken. Draaigatjes lijken op de ‘gewone’ mier, maar geven meer overlast. Bij het graven verplaatsen ze namelijk veel zand. Hierdoor verzakken straatstenen en tuinmuurtjes. Deze miersoort komt met planten mee vanuit landen rond de Middellandse Zee en is zo in Nederland terechtgekomen. Het draaigatje is lastig aan te pakken. Het afgelopen jaar hebben wij in de Stripheldenbuurt een proef gedaan en is de soort verdwenen. De komende tijd houden we in de gaten of het draaigatje daar inderdaad niet meer voorkomt. Dit jaar gaan we overlast door het draaigatje oplossen op twee andere plekken. Een ecoloog van EIS Kenniscentrum Insecten begeleidt de werkzaamheden en een professioneel bestrijder uit de omgeving voert het werk uit.
Het draaigatje is kleiner dan de ‘gewone’ mier, maar leeft in grotere aantallen. Van het zand dat hij uitgraaft maakt hij kratertjes, zoals te zien op foto 1. Je kunt het draaigatje ook herkennen aan de lange rij werksters die allemaal achter elkaar dezelfde route volgen.
Het draaigatje leeft in grote kolonies. In de buurt van een kolonie zijn veel bladluizen. Het draaigatje beschermt de bladluizen tegen andere insecten en melkt ze voor de zoete honingdauw. Hij kan ook het huis binnentrekken voor voedsel en warmte.
Een aantal tips waar je zelf op kan letten om het mediterraan draaigatje in je tuin te voorkomen:
Het is lastig om het draaigatje zelf tegen te gaan. Kokend water en middelen die in winkels te koop zijn, bestrijden alleen de werksters. De kern van de kolonie wordt niet bereikt.
Soms ervaren mensen overlast van hommels, bijen en wespen. Over het algemeen zijn deze insecten ongevaarlijk en belangrijk voor de natuur. Daarom bestrijdt de gemeente ze in principe niet. De gemeente grijpt alleen in als wespen op gemeentegrond een gevaar opleveren voor mensen. Dit kan vaak zonder ze te doden. Als het nest bijvoorbeeld goed bereikbaar is (het zit bijvoorbeeld in een vogelhuisje) kan het verplaatst worden. Hiervoor kun je een Melding Openbare Ruimte maken of bellen met 14 036. Dat doen we zo diervriendelijk mogelijk. Alleen als het echt niet anders kan worden ze bestreden.
Voor de meeste mensen zijn bijen, hommels en wespen één pot nat. Ze lijken allemaal op elkaar. Maar als je ze goed bekijkt zijn er grote verschillen, zowel in uiterlijk als in leefwijze. Om te bepalen wat je kan doen is het belangrijk om ze uit elkaar te kunnen halen. Hieronder zie je per soort waar je ze aan kan herkennen en wat je eraan kunt doen.
Er zijn verschillende soorten hommels. Ze zijn allemaal herkenbaar aan hun vrij ‘dikke’ formaat en dikke, warme vacht (zie foto). Ze kunnen luidruchtig zoemen en gaan van bloem tot bloem. In menseneten hebben ze geen interesse. Hommels maken kleine nesten in holletjes, vogelhuisjes of onder de grond. Na de zomer sterft het hele nest weer, op de nieuwe koninginnen na. Die zoeken een veilige plek voor de winter en beginnen de lente erna op hun beurt met een nestje.
In het voorjaar komen veel wilde bijensoorten (zoals zandbijen en metselbijen) uit hun poppen. Bijvoorbeeld uit ronde openingen in een bijenhotel of andere kleine kiertjes (zie foto). Ze leven alleen. Vaak zie je niet meer dan een handvol (tot een stuk of 20) bijen bij elkaar. Wilde bijen hebben geen interesse in zoetigheid en zijn ook niet agressief. Wilde bijen vormen geen ‘bal’ aan een tak (zoals honingbijen), maar keren steeds terug naar een kier of nestje.
Honingbijen zijn leerbruin tot zwart en dus niet zo geel als wespen. Daarnaast kunnen honingbijen, in tegenstelling tot wilde bijen, een bijenzwerm vormen. Een bijenzwerm is een verschijnsel waarbij een volk bijen zich splitst en een deel van het volk een nieuw bestaan op gaat bouwen op een andere plaats. Als de zwerm ontstaat zijn er even duizenden bijen zichtbaar. Zolang die andere plaats nog niet is gevonden wachten de bijen als een soort ‘hangende bal’ aan een tak (zie foto) of ander voorwerp. De zwerm heeft eten voor 3 dagen bij zich en kan dus even blijven hangen. Wanneer speciale speurbijen een nieuwe plek hebben gevonden, vertrekt de zwerm weer.
Wespen zijn fel geel met zwart van kleur (zie foto). Ze komen later in de zomer graag af op voedsel en zoetigheid. Wespen zijn voornamelijk vleeseters. Ze zoemen dus ook graag rond je barbecue. Wespen kunnen als opdringerig en agressief worden ervaren. Wespen maken hun nest van een soort papier dat ze kauwen uit onder meer stukken hout. De nesten zijn pas aan het einde van de zomer de uiteindelijke grootte en zijn doorgaans balvorming. Wespen zijn herkenbaar fel geel.
Hommels kun je het best met rust laten. Ze zijn belangrijk voor je tuin en voor de natuur; ze komen niet op je eten af en zijn ongevaarlijk. Hommelnesten worden nooit gigantisch groot, maar kunnen op warme dagen wel redelijk actief zijn. Na de zomer sterft het nest. Eventueel kun je de plek daarna dichtstorten of op een andere manier afsluiten voor hommels.
Wilde bijen kun je het best met rust laten. Ze zijn belangrijk voor je tuin en voor de natuur; ze komen niet op je eten af en ze kunnen niet steken. Deze bijen leven alleen (soms wel met meerderen in de buurt van elkaar) en vormen dus geen groot nest.
Het lijkt misschien gevaarlijk, maar dat is het zeker niet. Imkers zijn blij met zwermen van de honingbij, want uit een zwerm kan een mooi nieuw volk honingbijen groeien. In Almere zijn verschillende imkers actief die zwermen komen ophalen. Zie je een zwerm? Neem dan contact op via almere.bijenhouders.nl
Het is niet altijd nodig om een wespennest te laten verwijderen. Mocht verwijdering toch nodig zijn kies dan bij voorkeur voor een natuurvriendelijke optie. Informatie is te vinden op wespenstichting.nl. Een wespennest op gemeentegrond dat gevaar voor mensen oplevert kan je melden via een Melding Openbare Ruimte.
Afgelopen jaren zijn in Almere diverse keren Aziatische tijgermuggen aangetroffen. Ook deze zomer. Om te voorkomen dat invasieve exotische muggen zich hier vestigen, worden ze bestreden door de NVWA. De Aziatische tijgermug is in Nederland ongewenst omdat de mug infectieziekten kan overdragen. In Nederland is dit nog niet voorgekomen en die kans wordt ook zeer klein ingeschat. Om ervoor te zorgen dat de tijgermug geen kans krijgt zich hier te vestigen gaat de NVWA deze mug bestrijden. Deze bestrijding duurt tot het einde van het muggenseizoen.
De muggen komen het land meestal binnen in geïmporteerde autobanden. De NVWA voert daarom speciale controles uit bij bandenimporteurs. Na de ontdekking wordt het gebied in een straal van 500m rond het besmette bedrijf ontsmet van muggen (en hun larven).
Ook bewoners kunnen helpen om te voorkomen dat de mug zich hier voortplant.
Meer informatie: nvwa.nl/onderwerpen/muggen-knutten-en-teken/aziatische-tijgermug
Elk jaar kan je in de warmere maanden op eikenbomen de eikenprocessierups vinden. De brandharen van deze rups zorgen voor overlast. Om overlast zo veel mogelijk te voorkomen bestrijden we de eikenprocessierups van april tot oktober. De nesten die de vroege bestrijding overleven zuigen we met een speciaal apparaat later weg.
De Nederlandse populatie van de steenmarter groeit. Ook blijkt de soort zich steeds meer in stedelijke gebieden te vestigen. Zo ook in Almere. Hij is qua formaat net zo groot als een huiskat maar dan met kortere poten. De steenmarter is heel goed in het aanpassen aan zijn omgeving. Dit maakt ook dat wij hem zien in diverse omgevingen, zoals in de woonwijk. Lees meer over beschermde dieren zoals de steenmarter en wat je zelf kunt doen om overlast te voorkomen of te verminderen.
Meeuwen kunnen veel overlast veroorzaken. De beste manier om meeuwenoverlast te verminderen, is door te voorkomen dat meeuwen een nest bouwen en eieren leggen op daken. Meeuwen gaan vanaf eind maart op zoek naar een geschikte plek om hun nesten te bouwen. Neem daarom op tijd maatregelen tegen meeuwen. Dit mag namelijk alleen buiten het broedseizoen. Alle broedende vogels zijn namelijk beschermd. Dit betekent dat je alleen van september tot april iets mag doen.
Met de volgende praktische tips kun je zelf voor minder overlast van meeuwen zorgen.
Bij de ene inwoner zorgt een huisdier voor liefde en rust, bij een ander zorgen dezelfde huisdieren voor overlast. Om te zorgen dat iedereen, met en zonder huisdier, prettig kan leven in Almere is het belangrijk om rekening met elkaar te houden. Daarom hebben we in Almere speciale uitlaatveldjes voor honden en regels opgesteld over het uitlaten van honden in de openbare ruimte.
In Nederland wonen veel kattenliefhebbers en veel katten mogen buiten rondlopen van hun eigenaren. Dat kan leiden tot overlast bij buurtgenoten. Katten laten zich niet tegenhouden door een muur, haag of afrastering. Ze hebben daarmee een leefgebied dat veel verder reikt dan de eigen achtertuin. Heb je zelf overlast van katten van buren? Ga dan in gesprek met je buren om te kijken hoe de overlast verminderd kan worden.
Meer over de bestrijding van ongedierte en overlastgevende dieren, lees je op milieucentraal.nl.